De inspiratieregio’s zijn allen op eigen wijze een inspirerend voorbeeld
voor de rest van het land. Zij laten voorbeelden zien waar het, soms ondanks andere wetgeving en financieringsstromen, is gelukt om de samenwerking te versterken ten behoeve van de ontwikkelkansen van kinderen. Elke regio heeft ook ontwikkelvragen en uitdagingen waarbij de regio’s van elkaar en anderen kunnen leren.

 

Elke inspiratieregio heeft een of twee mensen vanuit de regio aangesteld als verbinder(s) in het programma Met Ander Ogen. Zij zijn verbonden aan een verbinder vanuit een landelijke coalitiepartij, de Coalitieverbinders. Alle verbinders uit de regio’s en vanuit de coalitie vormen gezamenlijk het verbindersnetwerk. Klik op een van de inspiratieregio's op de kaart en lees meer over hoe ze bewegen, leren en agenderen om de ontwikkelkansen van kinderen te vergroten.

 

Wat er aan vooraf ging

Vlak voor de zomer heeft de Coalitie Onderwijs Jeugd en Zorg een oproep gedaan voor het vinden van 10 inspiratieregio’s/gemeenten. Regio’s met lef én uitvoeringskracht die in de praktijk al sterk betrokken zijn bij het verbinden van onderwijs, kinderopvang, (jeugd)zorg en jeugdhulp en als onderdeel van een lerend netwerk Met Andere Ogen samen effectiever willen worden om de ontwikkelkansen van kinderen te vergroten. 

Maar liefst 30 enthousiaste aanmeldingen kregen we binnen vanuit het hele land. Dat maakte de keuze niet gemakkelijk. Er is prioriteit gegeven aan 11 aanmeldingen die de eerste groep inspiratieregio’s vormen. Dit zijn regio Twente, Noord-Kennemerland, Regio NO-Friesland, Holland-Rijnland, Zuid-Kennemerland, De Meierij, Utrecht, Leeuwarden, Zuid-Limburg, Almere en FoodValley. 

Hoe is de keuze gemaakt?

De beleidscoalitie Onderwijs-Zorg-Jeugd heeft alle aanmeldingen gewogen en prioriteiten gesteld. Bij deze keuze was de inhoudelijke ontwikkelvraag leidend. Vooral de mate van verdieping van de ontwikkelvraag: is de vraag dusdanig vernieuwend dat de lerende aanpak de juiste methode is om dit aan te pakken. Daarnaast is de keuze mede gebaseerd op spreiding van deelnemende initiatieven in het land en de grootte van de inspiratieregio’s. Ook werd gekeken naar de diversiteit in het de domein waarop de ontwikkelvragen zich richten. Verder lag de focus op de omschrijving van de betrokkenheid van de ouders. Andere punten waren: de uitgebreidheid van de aanvraag, het op orde hebben van de basis, de beschreven rol van de gemeenten, commitment van alle partijen en de beoordeling van de valkuilen en risico’s.

Waar gaat het zoal over

Aanmeldingen kwamen binnen vanuit plattelandsgemeenten, de G4 en de G40. Aanmeldingen van regio’s/gemeenten die net gestart zijn, die al jaren ervaring hebben, die weerstand overwonnen hebben of net weerstand krijgen. Iedere aanmelder stelde een of meer vragen die een antwoord moeten geven op hoe de volgende stap gezet kan worden. Vragen over verandermanagement/cultuur, over monitoring, over het betrekken van ouders en kinderen, over de poreuze randen van de budgetten, over steun van andere regio’s. Van alle aanmeldingen is het belangrijk om te weten: wat is de vraag achter de vraag. Wat is er  nodig om daadwerkelijk stappen te zetten die voor het kind en de ouder goed werken. Want waar we ook mee bezig zijn, het gaat altijd om het welbevinden van het kind, het gezin.

Wat zijn inspiratieregio’s

De inspiratieregio’s/gemeenten vormen het hart van het netwerk Met Andere Ogen. Initiatiefnemers die zowel op bestuurlijk als uitvoerend niveau tijd en ruimte maken om te leren en te inspireren. De inspiratieregio’s delen kennis en kunde, dilemma's en successen met andere aandeelhouders in het netwerk en inspireren zo anderen om te doen wat werkt voor kinderen. De aanpak maakt het ook mogelijk om stelsel wijzigingen en systemische belemmeringen die nodig zijn bij de juiste betrokken partijen te (laten) agenderen.