Verslag 'Versterken van de pedagogische basis | Landsdeel Oost'
In het tweede webinar over 'versterken van de pedagogische basis', gericht op Landsdeel Oost op donderdag 16 mei 2024, ging het vooral over jongeren vanaf 12 jaar. Hoe versterken we voor hen de pedagogische basis? Waarom is dat belangrijk? En welke goede praktijkvoorbeelden zijn er al te noemen? Vanuit STOOM in Apeldoorn leidde Jorik Huizinga, wethouder Onderwijs van de Gemeente Doetinchem, de gesprekken vanuit de constatering dat de urgentie groot is: het systeem loopt vast. Hoogste tijd om de context rond de jeugdige aan te passen, in plaats van het kind of de jongere aan te willen passen aan het systeem.
'Jongeren hebben het nodig om nodig te zijn'
In aansluiting op de videobijdrage van Klaas Koelewijn, directeur van samenwerkingsverband PO De Kempen (zie het verslag van webinar 1), liet ook Dorien Graas, lector Jeugd aan de Hogeschool Windesheim, zien dat we opvoeden in de loop der jaren steeds smaller zijn gaan zien (we zijn minder gaan 'opvoeden'), en dat we steeds meer zijn gaan denken in 'afwijkingen van het gemiddelde'. Met als gevolg: een groeiende diagnostisering van allerlei stoornissen die behandeld kunnen worden. Tegelijk zijn we steeds individueler naar kinderen gaan kijken. De aandacht voor het hele pedagogische netwerk om de kinderen heen is daardoor wat op de achtergrond geraakt. 'Terwijl kinderen en ouders een rijk sociaal netwerk juist zo nodig hebben', zegt Dorien Graas. 'En jongeren hebben het nodig om gezien te worden. Daarom is aandacht voor de sociaal-pedagogische context waarin de jongere opgroeit zo belangrijk. Gewoon Opvoeden noemen wij dat in ons langlopende onderzoek.'
Pedagogische coalities
Gewoon Opvoeden gaat uit van variëteit als norm. De 'vanzelfsprekende professionals' om de kinderen heen (zoals de leerkracht, de sportcoach en de huisarts) vormen pedagogische coalities met de jongeren en hun ouders. De basis: 'gewoon' contact met de jongeren zelf. 'Dat is wat jongeren zelf ook aangeven: ze willen gehoord en gezien worden, ze willen hun talenten kunnen ontwikkelen. Als je daar tijd en ruimte voor creëert, bereik je direct al veel, bijvoorbeeld door minder te hoeven verwijzen naar jeugdhulp, of het risico te verlagen dat een jongere thuis komt te zitten. Betrek jongeren zelf bij het nadenken over een beste aanpak. Die blijkt dan soms verrassend eenvoudig te zijn.'
'We hebben iedereen in beeld'
In Arnhem werken ze al een tijdje op de manier zoals Dorien Graas die schetst. Jongerenwerkers zijn zoveel mogelijk aanwezig in alle leefgebieden van de jongeren: op school, in de vrije tijd en ook online, met zogenaamde cyberteams. De talenten van jongeren staan centraal, niet hun problemen. En door rolmodellen in de directe omgeving van jongeren beschikbaar te hebben kunnen ze het goede voorbeeld in gedrag aannemen. Dat werkt.
Hans Niemeijer, bestuursadviseur van de gemeente Arnhem, vertelt dat alles begint bij luisteren naar de jongere. 'We kennen ze daardoor goed. We hebben iedereen in beeld. En we zorgen ook dat ze in beeld blijven. We beginnen al met de groep van 10 tot 14 jaar waar een 'transitieteam' zich op richt. En we zijn altijd bereikbaar voor de jongeren, ook 's avonds en in het weekend.'
Dat laatste is nodig om echt een relatie aan te kunnen gaan, om vertrouwen op te kunnen bouwen. Relating, noemen ze dat in jongerenwerktaal, vertelt sociaal werker (in opleiding) Harun Hassan. 'Eerlijkheid en openheid zijn de beste eigenschappen voor een jongerenwerker. Laat zien dat je herkent waar de jongere mee zit, dat je het vroeger zelf ook hebt meegemaakt.'
Wat we nodig hebben, zijn professionals die hun vak verstaan, en die begrijpen dat je daarnaast ook altijd pedagogisch bezig bent. Die een jongere zien en vragen: hoe gaat het met je? Als je dat oprecht doet, ontwikkel je een pedagogische relatie waar jongeren echt wat aan hebben.
Inspelen op de specifieke (groeps)behoeften van jongeren
In Doetinchem hadden ze te maken met scholensluitingen en de samenvoeging van bestaande scholen in één gebouw. Jongeren die elkaar op sportclubs of op straat misschien al wel ontmoetten, kwamen nu ook ineens allemaal naar hetzelfde schoolgebouw. Leerkrachten hadden te weinig tijd om dit goed te begeleiden, om tussen de lessen door voldoende aandacht voor de leerlingen te hebben, vertelt Lotte Pragt, schoolleider van bovenbouwcampus Achterhoek VO. De inzet van jongerenwerkers op de bovenbouwcampus bracht soelaas. 'Ook hier is steeds de vraag: waar hebben de jongeren zelf behoefte aan? Zo bleek een groep meiden die last had van examenstress behoefte te hebben aan een yogasessie. Ze hebben dit vervolgens zelf georganiseerd op school, met hulp van de jongerenwerkers.'
Wouter Hilkhuijsen, adviseur/regisseur veiligheid & zorg van de gemeente Doetinchen, noemt dit een goed voorbeeld van het huiskameridee voor het jongerenwerk: de jongeren hebben een plek nodig waar ze zichzelf kunnen zijn, een plek waar je 'pedagogische coalities' kunt sluiten. In het ideale geval spelen leerkrachten daar ook een rol in, maar in het voortgezet onderwijs is dat vaak niet eenvoudig te organiseren. 'We zouden leerkrachten daar meer tijd voor moeten geven', erkent Lotte Pragt, 'zodat ze meer aandacht kunnen geven aan de pedagogische kant van hun werk.'
De jongerenwerker als grote broer/zus
Ook in Culemborg is er een nauwe samenwerking tussen het jongerenwerk en de scholen. Stichting ElkWelzijn, die het jongerenwerk verzorgt in de regio, ziet scholen als dé vind- en werkplaats om jongeren te bereiken. Dat gebeurt via een Jongeren Informatie Punt (JIP), een naam die de lading niet goed dekt, volgens Geahir Strick, een van de jongerenwerkers in Culemborg: 'Het JIP is een plek binnen de school die puur voor de jongeren zelf is. Wij zijn daar aanwezig, voor hen, als een soort grote broer. Wij spreken met hen, en kunnen daardoor in een vroeg stadium filteren welke problemen serieus zijn, en welke kunnen worden opgelost door een beetje steun, een luisterend oor.'
Ook in Culemborg blijkt dat deze aanpak werkt, in ieder geval beter dan een oplossing die de politiek soms kiest: meer repressie, meer 'blauw op straat'. Door jongerenwerk aanwezig te laten zijn op school, maar wel vanuit een specifieke rol (dus niet: als onderdeel van de school, door bijvoorbeeld mentortaken over te nemen), kun je jongeren ondersteunen bij wat ze in een bepaalde fase van hun leven nodig hebben. Vraag het ze gewoon, en zorg dat je er voor ze bent. Zo eenvoudig is het misschien.
Dorien Graas, lector Jeugd aan de Hogeschool Windesheim, wordt heel blij van wat ze deze middag heeft gehoord. Wat uit onderzoek blijkt te werken, wordt op veel plaatsen al in praktijk gebracht. De kern: investeer als professionals in een pedagogische relatie met de jongeren door te luisteren naar wij zij zelf willen, en sluit coalities met elkaar, met ouders en met de jongeren zelf. 'Op die manier kunnen alle jongeren kansrijk opgroeien in een omgeving waarin ze gezien worden en waar ze hun talenten kunnen ontwikkelen.'
Heb je deze webinar gemist? Bekijk de hele registratie online boven dit artikel.
Meld je aan voor een van de andere webinars
Dit webinar was de tweede in een reeks van vier. Op 20 en 26 juni zijn er nog 2 webinars Versterken van de pedagogische basis. Kijk in onze agenda voor Landsdeel Noord en Landsdeel West en meld je nog snel aan.
Downloads
Gerelateerde artikelen:
- Verslag ‘Versterken van de pedagogische basis | Landsdeel West’
- Ontdek de sleutel tot een sterke pedagogische basis!
- Verslag ‘Versterken van de pedagogische basis Landsdeel Zuid’
- Registratie Versterken van de pedagogische basis | Landsdeel Oost
- Kom naar Dialoogavond #15: veerkracht in het pedagogisch ecosysteem
- Bekijk webinar 1 Versterken van de Pedagogische basis
- Dialoog #15: Veerkracht in het pedagogisch ecosysteem
- Reminder: Ontdek de sleutel tot een sterke pedagogische basis!
- Wat verstaan we onder de sociale basis?