'Soms is er geen oplossing, maar er is wel altijd een keuze'

Loading video..

Op de vijftiende Met Andere Ogen Dialoogavond in Pakhuis de Zwijger stond een pittig onderwerp op het programma: morele verwonding (of in het Engels: moral injury). Maar ook: hoe stimuleren we voldoende veerkracht bij de mensen die onderdeel uitmaken van onze pedagogische ecosystemen om morele verwonding te boven te komen?

'In het onderwijs zit ontzettend veel pijn', trapt Tina van Wouw af. Zij is (onder meer) schoolleider van de 4YOU ACADEMIE en padvinder van UNITED4EDUCATION. Bovendien is ze het aan het promoveren op precies dit onderwerp: morele verwonding. Ze sprak als buitenpromovenda verbonden aan de regio Haaglanden en ROC Mondriaan en Universiteit van Amsterdam tientallen kinderen, jongeren, ouders en professionals en vond één gemene deler: iedereen worstelt met een vorm van moral injury, we zijn allemaal verwond. 'Dat onder ogen zien, is het begin van genezing.'

Als mensen een dreiging ervaren, vertonen ze drie reacties: vluchten, vechten of bevriezen. In het onderwijs wordt veel gevlucht: professionals gaan van baan naar baan om uiteindelijk de sector te verlaten. Een enkeling vecht, gaat de strijd aan met het systeem, om uiteindelijk, talloze illusies armer, ook de sector te verlaten. Er zijn ook mensen die bevriezen: ze blijven en worden cynisch en verbitterd. Ze kunnen de relatie niet meer leggen met de kinderen in hun klas. Terwijl de relatie het enige is dat er werkelijk toe doet.

En het kind zelf? 'Een kind kan niet vluchten, het moet naar school. Vechten heeft geen zin. Dus een kind kan alleen nog maar bevriezen. Tot iemand zegt: ik zie je, ik begrijp je, wat heb je nodig?'
 

Mooi voorbeeld

Een mooi voorbeeld komt van Melchior Wammes van de Adviesraad EigenWijsheid, aanwezig in de zaal: 'Ik raakte betrokken bij een jongetje van 9 jaar dat last had van enorme woedeaanvallen. Op een gegeven moment was hij zo boos, dat hij letterlijk bevroor: hij ging op de grond zitten en bewoog niet meer. De leerkracht wist niet meer wat zij moest doen. De directeur van de school trok de jongen uiteindelijk ten einde raad aan zijn benen de klas uit. Voor de jongen was dit een enorm traumatiserende ervaring (en voor de leerkracht en de directeur net zo goed). Ik mocht aanschuiven bij een gesprek met de jongen. Ik zei: ik herken het, ik heb precies dit zelf ook meegemaakt, ik begrijp wat je voelt. Vanaf dat moment veranderde alles en werd een gesprek mogelijk over wat deze jongen nodig had: een plekje op school waar hij zich even terug kon trekken als hij dat wilde.
 

Vraag de leerling erbij

Ook in het gesprek dat volgt tussen een schoolpsycholoog en een ervaringsdeskundige ouder, jongere en onderwijsprofessional vallen veelvuldig de begrippen 'relatie', 'elkaar echt zien' en 'open zijn over wat je denkt en voelt'. 

Elif Borucu-Çalinalti is ervaringsdeskundige moeder van een zoon met een taalontwikkelingsstoornis (TOS): 'We hebben te maken gehad met tientallen professionals. Slechts een enkeling wist het verschil te maken door met ons een echte relatie aan te gaan, onze hulpvraag echt te zien. Inmiddels ben ik een trotse moeder van zoon die bijna is afgestudeerd als chef-kok en die werkt in een familiehotel waarin hij de ruimte krijgt ertoe te mogen doen.'

Nils Aukema is een ervaringsdeskundige jongere die aan het eind van een lange tocht langs scholen en instellingen ineens opbloeide in de Einsteinklas toen iemand hem vroeg: wat heb jij nu nodig? 'Boeken! zei ik. Daar had nog nooit iemand aan gedacht. En niemand had het me ooit gevraagd.'

Tjoerd Zweije is ervaringsdeskundige onderwijsprofessional die eerst als leerling, daarna als leraar jarenlang 'niet gezien' werd. 'Op een dag was ik met mijn leerlingen in het park, het was mooi weer, en er was veel te leren over vogelgedrag. Toen ik terugkwam, zei ik tegen een collega: je moet echt naar buiten met je klas. 'Dat kan niet', was het antwoord, want 'we zijn nu met hoofdstuk drie bezig'. Voor mij werd dat het symbool voor het failliet van het onderwijs.'

Schoolpsycholoog Allyssia Sevenhuijsen stelt dat de eerst stap in welk proces dan ook moet zijn: vraag de leerling erbij. 'Praat niet over een kind, maar met het kind. When it is about them, never without them.' En verschijn als professional vooral ook als mens, vult Tjoerd aan: 'Spreek uit: waar raakt dit jou? Durf te zeggen: ik weet het even niet.' 'Vervolgens kun je dan samen gaan zoeken, samen dingen uitproberen', zegt Elif, die het jammer vindt dat we in het onderwijs steeds meer in hokjes en labels zijn gaan denken, 'want dan krijg je een arrangement met ondersteuning. Kijk in plaats daarvan naar het talent van een kind: wat kan een kind allemaal wel?'

En Nils, hoe heeft hij zijn veerkracht weer gevonden? 'Wat in de Einsteinklas goed werkte, was 'de thermometer'. Iedere ochtend gaf je aan hoe je je voelde, wat je emotionele temperatuur was aan het begin van de nieuwe dag. En daar praatten we dan kort over. Ook de leerkracht deed eraan mee. Het creëerde verbinding in de groep. Dat was heel waardevol.'
 

Wat heb jij nodig?

Het tweede gesprek van de avond concentreert zich meer op het beleidsniveau: wat is er nodig om dingen veranderd te krijgen? Maar eerst zijn er tompoucen, meegebracht door bestuurder Renate van der Mooren van Stichting Elan. 'De tompoucen van mijn opa waren altijd een begrip bij ons. Dat we later ontdekten dat hij ze gewoon uit een pakje maakte, verandert niets aan het warme gevoel dat hij ermee creëerde. Tompoucen staan voor mij ook voor de uitdrukking: Tom Poes, verzin een list! Voor mij geldt: kan niet bestaat niet, er is altijd een weg. Een leerling die mij uitscheldt, krijgt van mij geen straf, maar een vraag: wat is er aan de hand, wat heb jij nodig?' 

Wat wethouder Margo Stolk van de gemeente Barendrecht nodig had, was een andere invulling en opzet van de Lokale Educatieve Agenda, het LEA. 'Ik had het twee keer voorgezeten en bij de derde keer concludeerde ik: hier krijg ik een enorm energielek van, dit moet anders. Ik heb dat ook uitgesproken, met een borrel erbij, en iedereen was opgelucht, want iedereen had hetzelfde gevoel. We zijn toen met Astrid Ottenheym en haar boek Hoe is het met jou? op zoek gegaan naar andere vormen. Het is een heel avontuur, maar er is weer nieuwe energie!'

Ook Marjolein Smit-Arnold Bik schreef een boek (samen met Heidi Nieboer): We komen er wel uit, over politieonderhandelingen. Marjolein is leidinggevende bij de politie en ook buurtbemiddelaar. Zij weet als geen ander hoe complex gesprekken kunnen zijn tussen mensen en organisaties met tegenstrijdige belangen. 'Het gaat vaak over zaken als macht, status en geld. Het is goed te beginnen met de vraag: waar gaan we met z'n allen echt voor, wat is 'de bedoeling'? En onderhandel dan over de onderdelen waar je het niet met elkaar eens bent. Soms is er geen oplossing, maar er is wel altijd een keuze.'

Het is het werk van Jolanda Verweij, projectleider Sterke ondersteuning op School bij Samenwerkingsverband PPO-NK, om jeugdhulp op school te krijgen en daarvoor te 'onderhandelen' met gemeenten. 'Het is niet altijd eenvoudig om elkaar te begrijpen. Het helpt om dat uit te spreken naar elkaar: ik begrijp jouw processen niet.' Dit leidt meteen tot een uitnodiging van Margo om eens een weekje mee te lopen in Barendrecht. Elkaar leren kennen, en kwetsbaar durven zijn, daar begint de oplossing.
Tot slot nog een tip: 'Wat werkt voor één kind, komt meestal ten goede aan alle kinderen'. Het is een uitspraak van Noëlle Pameijer, een van de grondleggers van handelingsgericht werken. Een plek waar je je even terug kunt trekken als je dat nodig hebt, kan voor alle kinderen een goed idee zijn. Natasja van den Berg, moderator van bijna alle Dialoogavonden tot nu toe, vanaf de eerste 'Door de ogen van India' in 2020, herkent dat van haar eigen dochter: 'Wat zij nodig had, was een klein huisje in de aula, waar een bankje in stond met een gordijntje ervoor dat dicht kon. Binnen de kortste keren maakten veel meer kinderen van dit huisje gebruik.' Kortom, vraag eens wat vaker aan kinderen en aan professionals: wat heb jij nodig? Je zult zien hoe veerkrachtig ze dan zijn.