‘Met beschikkingsvrije zorg in onderwijs kun je veel problemen voorkomen’ 

Met goede zorg in onderwijstijd kunnen alle kinderen in Nederland optimaal tot bloei komen. Toch blijft het door de bestaande wet- en regelgeving lastig om deze zorg goed te regelen. Maar niet op de J.H. Donnerschool, een speciaal onderwijs voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar in Hilversum, waar kinderen binnen het onderwijs-jeugdhulparrangement (OJA) Het Palet snel de juiste hulp krijgen. Jan Hofman, directeur-bestuurder en lid van Met Andere Ogen: ‘We hoeven niet meer voor elke leerling apart een beschikking aan te vragen. We nemen gemeenten dus eigenlijk veel werk uit handen.’ 

 

 

‘De J.H Donnerschool is een onderwijsinstelling voor speciaal onderwijs, cluster-4 gedrag en psychiatrie, met locaties in Hilversum en De Glind, in de gemeente Barneveld’, vertelt Hofman. ‘Op de locatie Hilversum hebben we als school met Samenwerkingsverband Unita, de Jeugd- en opvoedhulp Youké en Levvel –  specialisten voor jeugd en gezin – de handen ineengeslagen in Het Palet, een onderwijs-jeugdhulparrangement dat kinderen op school ondersteunt bij het leren.’ 

Die ondersteuning kan allerlei vormen hebben: sommige kinderen beginnen de dag met een behandeling in school, maar buiten de klas. Bij andere kinderen komt er iemand mee in de klas. Die hulp was er voor deze kinderen altijd al, maar alleen buiten school. Dat betekende dat leerlingen zelf de transitie moesten maken van wat ze tijdens die behandeling leerden naar de omgeving van de klas: geen gemakkelijke opgave. Het Palet organiseert die hulp daarom in de school zelf. 

Traumasensitief onderwijs

Hofman: ‘Al onze leerlingen hebben in principe reguliere cognitieve competenties, maar ervaren gedragsproblemen of soms psychiatrische problemen. We maken bij Het Palet geen onderscheid tussen externaliserend gedrag, waar het gedrag zich vooral naar buiten richt, en internaliserend gedrag, waar de problemen zich meer in het kind zelf afspelen. Het is allemaal schadelijk voor het kind en heeft allemaal een speciale aanpak nodig.’ 

Op de J.H. Donnerschool ligt de focus daarom vooral op traumasensitief onderwijs. Want voor alle kinderen op deze school geldt dat ze in de stressstand staan als ze binnenkomen, vertelt Hofman. ‘Ze hebben allemaal iets meegemaakt wat een kind niet hoort mee te maken. En we weten dat die trauma’s ervoor zorgen dat kinderen niet meer goed in staat zijn om te leren.’ 

Dat traumasensitief onderwijs begint al bij de voorbereiding: de leerkrachten vertonen zelf zo voorspelbaar mogelijk gedrag. De kinderen weten wat ze gaan zeggen en wat ze moeten doen. Daarbij ziet de school het gedrag van kinderen niet als iets wat afgestraft moet worden, maar als een communicatiemiddel waar je als school professioneel mee om moet gaan. 

Hier hoort ook zelfzorg bij voor het team. Voor de schooldag begint, komt het hele team samen om zich op de dag voor te bereiden: wat moet er vandaag gebeuren, hoe voel je je daarbij? En na schooltijd komt het team nog eens bij elkaar voor een nabespreking. Verder organiseert de school gezamenlijke studiedagen met de zorgorganisaties, waar het team niet alleen van elkaar leert, maar ook van experts op het gebied van bijvoorbeeld traumaverwerking. 

Sneller hulp zonder beschikkingen

Op dit moment maken acht kinderen onderdeel uit van de ‘Paletgroep’, die specialistische hulp krijgt op school. Zo’n tweeëntwintig leerlingen zitten in een zogeheten flexibele schil: die worden soms tijdelijk bij Het Palet betrokken, als de leerkracht ziet dat dat nodig is. 

Hofman: ‘Zonder onderwijs-jeugdhulparrangement kan dat niet zomaar: normaal gesproken moet je voor elk kind dat hulp nodig heeft, apart een beschikking aanvragen bij de gemeente van herkomst. Dan duurt het soms wel een halfjaar totdat de hulp er is. We hebben zelfs meegemaakt dat we de beschikking eindelijk kregen, maar de leerling in kwestie allang weg was.’ Een OJA werkt beschikkingsvrij: de hulp is vooraf ingekocht en gewoon aanwezig in de school. Gedurende het jaar kun je die hulp inzetten waar je die als school nodig acht. Het grootste voordeel: er is geen wachttijd meer. 

Een ander voordeel is dat je niet bij elk type ondersteuning bij de ouders hoeft aan te kloppen om allerlei formulieren in te vullen, vertelt Hofman verder. ‘Dat maakt de drempel vaak hoog: het is niet voor alle ouders even makkelijk te accepteren dat hun kind extra hulp nodig heeft, met als mogelijk gevolg dat een leerling uitvalt, omdat ouders niet willen meewerken. Omdat alle hulp nu aanwezig is in de school, is die veel laagdrempeliger. Alle professionals zijn onderdeel van het team: leerlingen zien de zorgmedewerker als deel van het team. En dat zijn zij ook. En voor ouders zijn het gewoon mensen die hun expertise inbrengen. En zo is het toch eigenlijk ook.’

Grotere problemen voorkomen

Ouders worden dan ook nauw betrokken bij de zorg van Het Palet. Uit een onderzoek naar de ervaringen van leerlingen en hun ouders met Het Palet is gebleken dat de manier waarop de zorg nu is ingericht, als heel prettig wordt ervaren. ‘Je moet het zo zien: je voorkomt hier eigenlijk veel grotere problemen mee. Je zoekt niet achteraf hulp als het al uit de hand gelopen is; je grijpt direct in als je ziet dat dit nodig is’, zegt Hofman. 

‘Ook houden de mentoren van de klas goed contact met het thuisfront. Is er op school iets voorgevallen? Dan worden ouders direct op de hoogte gebracht. Daarbij is er expertise aanwezig die onderdeel kan zijn van de thuis- of gezinsbegeleiding. Het is in feite een holistische benadering, vanuit de mens. Je bent op school niet ineens iemand anders dan thuis.’ 

Ook denkt Hofman dat door de zorg op deze manier binnen het onderwijs te organiseren, je veel trauma’s kunt voorkomen. ‘Als je als kind te horen krijgt dat je in behandeling moet en wordt opgehaald met een speciale taxi om naar een instelling te gaan, dan is dat alleen al heel traumatisch. Je voelt je afgewezen. Als je gewoon in de klas kunt blijven, dan voelt het meer als normaal. Want net als jij krijgen alle kinderen een vorm hulp in de klas: de een voor dyslexie, de ander voor rekenproblemen en jij om je veilig te kunnen ontwikkelen.’ 
 

Van pilot naar structureel 

Het Palet begon in 2016 als pilot, op initiatief van de zorginstellingen in de regio. Die zagen de wachtlijsten groeien en trokken aan de bel. Kunnen we die zorg niet in de school regelen en zo de problemen wat meer voor zijn, was het idee. De regiogemeenten stemden hiermee in. 

Hofman: ‘We begonnen in dat jaar met een aparte klas voor de leerlingen die extra ondersteuning nodig hadden. We zagen vrij snel dat dat niet goed werkte, want je zet leerlingen direct weer apart; precies wat je dus niet moet doen. Pas toen we de zorg in en om de klas gingen aanbieden, zagen we de voordelen ervan.’ 

En die voordelen zijn niet alleen een verdienste van de school of van de zorginstellingen, maar van de hele regio, vult hij aan. ‘De reden dat dit zo goed werkt, is omdat de regiogemeenten dit samen met alle betrokken instanties mogelijk gemaakt hebben.’ Om dat voor elkaar te krijgen, moest Hofman wel wat heilige huisjes omverwerpen bij de betrokken gemeenten. Want met een pilot alleen bereik je uiteindelijk slechts tijdelijke winst: deze leerlingen hebben structureel hulp nodig. En er komen steeds weer nieuwe leerlingen bij. Het Palet moest dus structureel worden – net als de financiering. 

Hofman: ‘Ik ben met de wethouders in de Gooi- en Vechtstreek in gesprek gegaan hierover: maak het alsjeblieft structureel. Je kunt het op deze wijze namelijk beter met elkaar evalueren, omdat alle hulp op één plek aanwezig is. De resultaten zijn zo veel makkelijker meetbaar: hoeveel leerlingen hebben we geholpen? Hoe zijn die trajecten verlopen? Wat heeft dit opgeleverd? Bij beschikkingen kan dit niet: daarvoor zijn er te veel verschillende zorgpartners betrokken, waardoor je als gemeente eigenlijk helemaal geen zicht hebt op het effect van al die inzet.’ 

Bovenregionaal organiseren

‘Ik hoop met Het Palet andere regio’s en gemeenten te inspireren om het ook zo aan te pakken. Want dit moet echt op regionaal niveau gebeuren, omdat de kinderen op scholen in het speciaal onderwijs bijna altijd uit verschillende gemeenten komen. De zorginstellingen willen het, de onderwijsinstellingen willen het. Nu de rest nog.’ 

De reden dat een bovenregionale aanpak hierin nog niet vanzelfsprekend is, is omdat gemeenten de verplichting hebben te zorgen voor de mensen uit hun eigen gemeente, denkt Hofman. ‘Dus je hebt mensen uit de regio nodig die zeggen: we regelen dit niet op gemeentelijk, maar op regionaal niveau.’ Voor Het Palet betekent dit dat de zorginstellingen in eerste instantie worden betaald vanuit de regio. Een ander deel van het geld komt van het samenwerkingsverband. Achteraf wordt er dan een verdeelsleutel gemaakt: zoveel kinderen uit deze gemeente, zoveel uit die, om zo de kosten te verdelen. Met als resultaat dat gemeenten naderhand precies kunnen zien wat er met hun geld is gebeurd. En die informatie kunnen ze weer gebruiken om een inschatting te maken voor de volgende aanbesteding van vier jaar. 

Hofman: ‘Voor de locatie in De Glind ben ik nu hetzelfde aan het proberen. Niet alleen probeer ik de wethouders van de omliggende gemeenten daar ervan te overtuigen één budget beschikbaar te stellen, maar ook om te kiezen voor vaste zorgaanbieders die de leerlingen en de problematiek goed kennen.’ 

Budgetten efficiënter besteed

Maar gemeenten ervan overtuigen dat deze manier van werken op dit moment dé oplossing is om deze groep leerlingen te bedienen, gaat niet zonder slag of stoot. Hofman denkt dat dat vooral te maken heeft met het feit dat je door beschikkingsvrij te werken, het geld al uitgeeft, nog voordat je weet wat er precies mee gedaan wordt. Dat druist in tegen wat gemeenten gewend zijn. ‘Maar we stevenen af op een ravijnjaar: in 2026 is het sociaal domein financieel helemaal leeggelopen als we zo doorgaan. Het is een bodemloze put. Met beschikkingsvrij werken voorzie je die put van tevoren van een bodem, maar omdat je dat budget zo gericht kunt inzetten, daar waar het nodig is, wordt het veel efficiënter besteed. Plus dat je ernstigere problemen kunt voorkomen, omdat je de hulp sneller kunt regelen.’ 

‘Hoeveel geld het precies scheelt, dat is moeilijk te zeggen. Wel weten we dat de alternatieven, zoals kinderen in gesloten inrichtingen en zware jeugdhulp op latere leeftijd, behoorlijk in de papieren lopen. Maar los van het geld dat het waarschijnlijk oplevert: je voorkomt met zorg in onderwijs simpelweg dat een deel van de kinderen in langdurige zorgtrajecten terechtkomen. Zorgtrajecten waarvoor de wachtlijsten lang zijn, waardoor kinderen tussentijds thuis komen te zitten of tijdelijk in zorgboerderijen geplaatst worden, terwijl ze wachten op een vaste plek waar ze zich kunnen ontwikkelen.’ 

Werk uit handen van gemeenten

Van de gemeenten rondom de J.H. Donnerschool in Hilversum hoort Hofman alleen maar positieve geluiden: ze weten wat er gebeurt, waar het geld heengaat en welk effect het heeft. Wat zijn die effecten? ‘Wat we zien, is dat er veel minder uitval is, we zien leerlingen die zich op een normalere manier kunnen ontwikkelen en we zien duurzame hulp – iets wat heel belangrijk is voor deze groep. Een los traject van zes behandelingen zet geen zoden aan de dijk; deze kinderen hebben structureel ondersteuning nodig.’ 

Zorg en onderwijs hebben elkaar sowieso nodig, vult Hofman aan: ‘Om goed onderwijs te kunnen geven, moet de zorg voor kinderen die dat nodig hebben, goed geregeld zijn. En om goede zorg te bieden, moeten kinderen ook onderwijs krijgen, zodat die kinderen een perspectief hebben.’ Met een onderwijs-zorgarrangement vlecht je die twee domeinen in elkaar. Maar dat niet alleen: alle partners van Het Palet nemen de gemeenten ook veel werk uit handen door de zorg op deze manier te regelen: gemeenten hoeven niet langer allemaal losse beschikkingen te boordelen. 

Hofman: ‘Eigenlijk lossen wij jullie probleem op, zeg ik dan tegen ze: jullie hebben als gemeente een zorgplicht, maar die zorg ligt wel op ons bord. Jullie willen dat we ze dichtbij huis helpen en niet meer in instellingen wegstoppen? Nou, dat doen wij hier. Kom maar eens een dag meekijken. Dan zie je dat het allemaal heel leuke leerlingen zijn, maar dat ze in deze rijkere leeromgeving wel tot bloei komen.’ Als je dat ziet, dan kun je volgens Hofman eigenlijk niet tot een andere conclusie komen dan dat het werkt. Ja, ik durf elke gemeente uit te dagen: als je een beter alternatief hebt voor onze leerlingen, kom maar op! Ik weet honderd procent zeker: dat is er niet.’ 
 

 


Cover - Het Palet.jpg

Meer weten over Het Palet? 

Bekijk dan de folder van Het Palet.