Van inspiratieregio’s naar een landelijk MAO netwerk
Met Andere Ogen gaat door en dat betekent een nieuwe subsidieaanvraag, een vacature voor een netwerkregisseur en het vormgeven van de MAO-tafel. Om het vervolg van MAO vorm te geven hebben we vele mensen uit de regio’s gesproken om goed te horen welke ideeën zij hebben. Het MAO-netwerk is continu in beweging. In dit artikel vertellen we hoe we hieraan werken.
MAO heeft de opdracht om zich te ontwikkelen van een inspiratienetwerk met 11 regio’s naar een landelijk lerend netwerk voor (passend) onderwijs, opvang, zorg en jeugdhulp. Een andere belangrijke verandering is dat de inhoudelijke regie bij het netwerk zelf komt te liggen. Een netwerk waar mensen en organisaties in verbinding met elkaar werken aan het verbeteren van de ontwikkelkansen van kinderen.
Herontwerp
De volgende fase van MAO vraagt om een herontwerp, waarin ook uitgewerkt wordt hoe het MAO-netwerk zich verhoudt tot en samenwerkt met de landelijke partners (departementen, raden, en andere landelijke vertegenwoordigende organisaties) die zitting hebben in de onderwijs-/zorgtafel. Daarnaast vraagt het ook een uitwerking over de verbinding met het kennis- en wetenschappelijknetwerk. Een netwerk dat Het Nederlands Jeugd Instituut (NJi) vormt samen met andere kennisinstituten, opleidingen en wetenschappelijke instellingen. Dit landelijk kennisnetwerk, wil kennis en onderzoek beschikbaar maken en ontsluiten.
Zowel de onderwijs-zorgtafel als het kennis- en wetenschappelijknetwerk zijn in ontwikkeling. Dat we het samenspel tussen deze partijen goed moeten organiseren is cruciaal, want het is niet vanzelfsprekend dat leren en ontwikkelen van nieuwe praktijken in verbinding met elkaar plaatsvindt. Het werken als een ecosysteem (een elkaar versterkende gemeenschap) is broodnodig willen we op een duurzame manier verschil maken voor jeugdigen.
Het herontwerp wordt niet in beton gegoten. Doorontwikkeling is essentieel wil het MAO-netwerk dienend kunnen zijn aan lokale ontwikkelingen en vraagstukken. Een open geest – open hart – open wil zijn nodig voor het creëren van ruimte om iets nieuws te laten ontstaan (Scharmer, 2018).
De MAO-tafel
De regie komt bij het MAO-netwerk zelf te liggen en daarvoor wordt een MAO-tafel ingericht. Aan de MAO-tafel zitten mensen van verschillende disciplines (zoals jongeren, ouders, jeugdhulp, jeugdzorg, opvang en (passend) onderwijs); “the whole system in the room”. De MAO-tafel houdt zich bezig met vragen zoals: Hoe kunnen we versterkend aan elkaar zijn met een grote diversiteit aan mensen, deskundigheden, organisaties en beelden van wat goed is? Wat is nodig om lokaal, regionaal en landelijk betere praktijken te maken waarmee we onze gezamenlijke maatschappelijke opdracht waar maken: “een ononderbroken ontwikkeling voor jeugdigen van 0 tot 23 jaar”. Hoe faciliteert het netwerk dat we leren van elkaar? Hoe werken we toe naar een gedeeld perspectief, waarbij we uit onze eigen hokjes – schotten – silo’s komen om te werken aan het grotere belang: optimale ontwikkeling van kinderen?
De te werven netwerkregisseur gaat de MAO-talel leiden.
Waardevolle input voor het herontwerp
Voor het herontwerpen van de nieuwe organisatie zijn we in gesprek gegaan met mensen die de afgelopen jaren betrokken zijn geweest bij de aanpak. We hebben 2 ½ jaar ervaring opgedaan met de inspiratieregio’s. Van deze ervaring wilden we graag gebruik maken. We hebben onder andere speeddates gehouden met verschillende bestuurlijke ambassadeurs. Uit de gesprekken haalden we een rijke oogst van enthousiasme, ambitie en ook leerpunten, waarbij het belang van een lerend MAO-netwerk als cruciaal gezien wordt voor de transitie en de vele vraagstukken zoals inclusie, gelijke kansen, mentaal welbevinden, thuiszitters en preventie. Iedereen zegt het weer iets anders maar de teneur is hetzelfde.
Hieronder een samenvattende impressie:
- Iedere regio heeft zijn eigen kenmerken. daarom moeten we dichtbij en laagdrempelig organiseren vanuit de vraag: Wat heeft de leefwereld van kinderen – ouders – professionals onderwijs & zorg nodig van de lokale, regionale, bovenregionale en landelijke organisaties.
- We zijn gewend aan een topdown besluitvormingsmodel, maar dat is niet helpend om betere lokale praktijken te ontwikkelen. Daarvoor hebben we een nieuwe uitwerking nodig van regievoering die past bij het werken als een netwerk; een gemeenschap met een sociale samenhang. Het vraagt om het ontwikkelen van netwerkleiderschap en regionale netwerkregie.
- Een beweging vraagt veel ontmoetingen en dialogen met vele verschillende mensen met vele verschillende achtergronden. Het verruimt en voedt het denken en handelen. Daardoor krijg je verrijkte beelden en kom je weer gesterkt terug in je eigen praktijk om het daar weer een stapje beter te doen. Ook werkbezoeken zouden hier positief aan kunnen bijdragen.
- Geïnspireerd worden door goede voorbeelden is prachtig, maar dat is maar een begin. Dat is niet genoeg. We willen meer onderzoeken wat maakt dat iets wel of niet werkt en voor wie? Hoe weten we dat iets werkt? De outcome is belangrijk, de ontwikkeling van de jeugdige. Daar hebben we nog veel te leren.
- Pas op voor de eigen bubbel, de eigen echokamer. Het is belangrijk dat we met de verschillende disciplines optrekken, niet alleen dat we als onderwijs en zorgprofessionals fijn interdisciplinair samenwerken. Het vraagt ook samen optrekken met jeugdigen, ouders, huisartsen, GGD, GGZ, de gemeenteraden, MBO, HBO, wetenschap, et cetera. Het vraagt om transdisciplinair samenwerken.
- Hoe kunnen we gemeenten of samenwerkingsverbanden die nog geen werk maken van de gezamenlijke maatschappelijke opdracht helpen om in beweging te komen? We hebben hier ook een morele opdracht, want het is niet goed dat daardoor kinderen in de knel komen. Lokale niet helpende praktijken werken ook op ons en de landelijk praktijk door.
- Landelijke partijen zijn niet altijd ondersteunend aan deze beweging. We trekken niet altijd in verbinding met elkaar op. Jammer en zorgelijk, want dat werkt contraproductief. One size fits all werkt niet!
We staan nog maar aan het begin van de beweging. Daarom moeten we investeren in het vergroten van het bewustzijn dat we samen verantwoordelijkheid moeten nemen. Het vraagt voortdurend onderhoud en niet alleen halen maar ook brengen. Waardecreatie vraagt wederkerigheid en stoutmoedigheid die we samen hebben te stimuleren.
Veel dank: Jouke Douwe de Vries (wethouder) , Bas Wesseldijk (bestuurder samenwerkingsverband passend onderwijs), Marlies van Loon (bestuurder GGZ), Peter Lemmens (onderwijsbestuurder), Annette van der Poel (speciaal en regulier onderwijsbestuurder), Bert Wienen (associate lector jeugd), Pieter van Dijk (bestuurder samenwerkingsverband passend onderwijs), Vera Naber (voorzitter Jeugd NIP). Dankbaar voor jullie openheid, passie voor jeugdigen en wijsheid!
De vervolgstap: in gesprek over de contouren van de MAO-tafel
De contouren van de MAO-tafel gaan we direct na de zomer bespreken met een eerste groep van representanten. Ook weten we dan wie de nieuwe netwerkregisseur wordt. Hiermee hopen we na de zomer een vliegende doorstart te kunnen maken om met iedere regio in verbinding het steeds beter te kunnen doen voor jeugdigen! En we zien er naar uit om in verbinding met elkaar verder te bouwen aan een ecosysteem van opvang, onderwijs, zorg en jeugd waarbij de ontwikkelkansen van kinderen centraal staan.
En ook nog:
Het gaat niet om vele bloemen of enkele bloemperken zoals een hovenier die heeft ontworpen maar om een bloemenweide met een gezond ecosysteem.
Het MAO-netwerk is een hefboom. Het is een beweging waar je bij wil horen.
Maak van MAO een stabiel netwerk, want dan kunnen we bewegen
Omarm de complexiteit, polariseren is niet nodig: ieder van ons heeft iets unieks te doen voor jeugdigen.
Een mooie zomer!
Astrid Ottenheym, adviseur en bestuurlijk ambassadeur van Met Andere Ogen