Veerkrachtpact Noord-Kennemerland stimuleert cultuuromslag
Kinderen worden vaak gezien als slachtoffer: slachtoffer van hun sociaaleconomische positie, hun (hoog)begaafdheid, hun ouders, het systeem, of, als jongste bron van leed, slachtoffer van corona. Professionals bedenken vervolgens tal van maatregelen om het kind te helpen.
Zo worden nu enorme bedragen uitgetrokken om de ‘schade’ veroorzaakt door de pandemie te ‘repareren’. Onderwijs en gemeenten zijn druk bezig plannen te maken voor de besteding van de vrijkomende miljarden. En ondanks kritiek, onder meer van de Onderwijsraad en in de Tweede Kamer, lijkt de tanker nauwelijks nog bij te sturen. En zo sleutelt iedereen, met de beste bedoelingen, aan stukjes van het kind, dat als slachtoffer gezien wordt, en zich daardoor ook als slachtoffer gedragen gaat. Niemand die vraagt: wat willen kinderen zelf?
Veerkracht als uitgangspunt
Dat moet anders, dacht Astrid Ottenheym, directeur-bestuurder van samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland (PPO-NK), en zij zocht contact met Anne Veldt, haar collega van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs, en met Elly Konijn, wethouder Onderwijs en Jeugd(hulp) van de gemeente Alkmaar en bestuurlijk ambassadeur van Met Andere Ogen. Ook wethouder Cecilia van Weel uit Uitgeest sloot enthousiast aan. In een eerste bijeenkomst ‘met de benen op tafel’ begonnen ze met een verkenning van wat er gaande is, en concludeerden ze al snel: we moeten hierin vooral samen gaan optrekken, met alle partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van en zorg voor kinderen. Er was behoefte aan een gezamenlijke uitvoeringsagenda. Hoe die heten moest, ook daar waren ze snel uit: een ‘veerkrachtpact’: “Lang niet alle kinderen die zich in een kwetsbare positie bevinden, worden een kwetsbaar kind. Laat staan dat ze zichzelf zo zien. Integendeel: ze worden graag aangesproken op waar ze sterk in zijn, wat ze goed kunnen. Veel kinderen zijn van nature heel veerkrachtig. Als we dat nu eens als uitgangspunt nemen voor onze agenda, bedachten we, dan hebben we misschien een mooi begin voor een andere manier van kijken.”
Elly Konijn, wethouder Onderwijs en Jeugd(hulp) van de gemeente Alkmaar:“Kinderen en jongeren hebben een sterke basis nodig om gezond op te groeien, te ontwikkelen en te leren. Je talent ontwikkelen en je eigen pad vinden gaat niet zomaar. Daarvoor is het ook belangrijk dat ze leren om door te zetten.We bieden ze ruimte om zich breed te ontwikkelen, hun talent te ontdekken en daarmee om te gaan.” |
Voor een tweede bijeenkomst werden ook schoolbestuurders uitgenodigd, de ambities werden gedeeld in het regionale OOGO en er vond op 19 mei een online symposium plaats voor bestuurders, van kinderopvang, PO, VO, MBO en HBO, en de wethouders van de zeven gemeenten uit de regio. Er was een lezing van Wouter Staal, hoogleraar klinische kinder- en jeugdpsychiatrie aan het Radboudumc en bijzonder hoogleraar Autismespectrumstoornissen aan de Universiteit van Leiden, over de vele overgangsfases die een kind meemaakt: van kinderopvang naar de basisschool, van de kleuters naar groep 3, van de basisschool naar het voortgezet onderwijs etc. Zijn boodschap: COVID is een waardevol leerproces van veerkracht geweest, dus spreken over een verloren generatie doet de werkelijkheid geen recht. Uiteraard kwamen ook jongeren zelf aan het woord om te vertellen over wat zij nodig hebben.
Uit het symposium kwam een hele serie leidende principes voort die de basis kunnen vormen voor het versterken van de veerkracht van de jeugd. Deze principes worden nu verder uitgewerkt in een pact met een overzichtelijke infographic die door alle partners zal worden ondertekend.
Uit de conceptversie van het VeerkrachtpactIn Noord-Kennemerland gaan we Samen Werken aan veerkracht van onze jeugdigen. Onze uitgangspunten:
|
“Wat heeft je geholpen om weer op te staan?”
Ottenheym: “In plaats van zeggen: wat zielig dat je valt, gaan we kinderen vragen: wat heeft je geholpen om weer op te staan? Dat je daar onzeker over bent, is heel normaal. Geschaafde knieën horen bij je ontwikkeling. Daar leer je van. Het is niet aan ons om kinderen te vertellen wat ze moeten leren, dat kunnen ze heel goed zelf ontdekken. De manier waarop je feedback geeft, kan daarin al veel goed doen. Die cultuuromslag willen we met elkaar zien te bereiken: van het kind als slachtoffer, naar het veerkrachtige kind; hoe kunnen we je helpen, wat kun jezelf en wat welke steun heb je nodig?”. Geef kinderen ruimte en laat ze weten dat je er voor ze bent.
“Als corona iets heeft laten zien, is het wel hoe veerkrachtig kinderen zijn”(Anne Bruggeman, voorzitter CvB SaKS) Bij schoolbestuur SaKS (Samen Katholieke Scholen) in Alkmaar houden ze niet van het woord ‘achterstanden’. Achterstand is altijd relatief, want waar vergelijk je mee? Veel kinderen hebben tijdens de twee periodes van scholensluiting in 2020 en 2021 juist een ontwikkelingsvoorsprong laten zien: hun digitale vaardigheden zijn er bijvoorbeeld aanzienlijk op vooruitgegaan. En dankzij het één-op-één-onderwijs van ouders hebben veel jonge kinderen een snelle vordering gemaakt op het gebied van leesvaardigheid. “Dat maakt dat wij niet direct enthousiast waren toen de enorme hoeveelheid aan coronagelden werd aangekondigd”, zegt Anne Bruggeman, voorzitter van het College van Bestuur van SaKS. “Natuurlijk zullen we het in dankbaarheid in ontvangst nemen, maar we ontwikkelen er wel onze eigen plannen mee.” Impuls voor vernieuwing Bij SaKS beschouwen ze de coronagelden van € 700,- per leerling als mogelijkheid om reeds ingezette ontwikkelingen te versnellen of naar voren te halen. Bijvoorbeeld om een impuls te geven aan de vernieuwing van het onderwijssysteem, en te investeren in scholing van het team. Hierdoor moeten de veertien SaKS-scholen nog beter in staat worden gesteld om te kunnen signaleren op welke terreinen hulp is geboden, maar ook waar het juist goed gaat. “Als iets duidelijk is geworden door de coronacrisis is dat kinderen bijzonder veerkrachtig zijn”, vertelt Bruggeman. “Dat er kinderen waren die tijdens de scholensluiting naar ons toekwamen en ons smeekten: mogen wij alsjeblieft in de noodopvang, zagen we als iets positiefs: zij wisten voor zichzelf op te komen en aan te geven wat ze nodig hadden.” Dat er nu een veerkrachtpact ligt tussen alle partners in de regio is van grote waarde: “Dankzij het pact leren we allemaal dezelfde taal te spreken. Ook op de werkvloer moet dat zijn effect krijgen. Zodat ook de juf van groep 6, die een arm slaat om een kind dat met zijn nachtmerries bij haar komt, weet dat ze er niet alleen voor staat en dat iedereen in de regio werkt vanuit dezelfde visie: kinderen zijn niet zielig, maar hebben soms wel een beetje extra hulp nodig om te worden wie ze zijn.” |