COP OZA’s / Subwerkgroep integraal arrangeren
Deelnemers: Movare Parkstad; Gemeente Veenendaal; VGN; SWV PO Rijnstreek; Kinderopvang/Jeugdhulporganisatie; Onderwijsspecialisten; Swv Dordrecht
Samenvatting
Uit inventarisatie vragenronde komen de volgende vragen naar voren:
- Hoe richt je een proces in om te komen tot integraal arrangeren? Hoe krijg je partijen zover? Hoe krijg je alle schoolbesturen aan boord? Maar ook hoe kom je tot operationaliserering van een visie?
- Als er wel een gezamenlijk visie is en ook een plan om bijvoorbeeld een onderwijszorggroep in te richten, hoe houd je partijen bij elkaar in de uitvoering hiervan en voorkom je dat een en ander verwaterd. Hoe voorkom je dat onderwijs en zorg in de uitvoering toch weer te los van elkaar opereren dan wel de ene partij meer bovenliggende is/wordt dan de andere partij?
- Hoe kun je verder professionaliseren en doorontwikkelen en zorgen dat een integraal loket of toegang ook leidt tot een bredere integrale basis en men ook echt samenwerkt vanuit vertrouwen?
- Hoe kom je van individueel arrangeren naar collectieve arrangementen ?
Aan de hand van het praktijkvoorbeeld van de startklassen in Parkstad is over deze vragen doorgesproken en zijn kennis en ervaringen uitgewisseld. De startklassen zijn klassen in het reguliere basisonderwijs voor kinderen met extra ondersteuningsbehoefte. In deze startklassen wordt gewerkt aan de ontwikkeling van kinderen vanuit een integraal onderwijszorg team. Doelstelling is om zoveel mogelijk kinderen vanuit de startklas door te geleiden naar regulier onderwijs. In heel veel gevallen lukt dit, in beperkt aantal gevallen moet het kind toch door naar het speciaal onderwijs. De toeleiding vindt plaats vanuit de voorschoolse voorzieningen. Als kinderen 3 jaar en 6 maanden zijn wordt in gezamenlijk overleg met ouders gekeken naar of een kind dat extra ondersteuning behoeft kan doorstromen naar regulier of dat een startklas meer aangewezen is.
In de startklas wordt gewerkt met 1 integraal plan dat door onderwijs en jeugdhulpprofessionals wordt uitgevoerd. Ook hebben de professionals toegang tot 1 registratie systeem.
Er is in de werkgroep vooral ingegaan op het proces wat is gevolgd om deze startklassen te kunnen inrichten, hoe dit nu loopt en wat hiervan geleerd kan worden.
Belangrijk is dat gewerkt is
- vanuit een gedeelde onderwijszorg visie in de regio,
- er 1 partij is geweest die het initiatief nam om dit te starten (in dit geval onderwijs maar had ook andere partij kunnen zijn)
- men gewoon is gaan doen (niet eerst starten met papieren plan waar iedereen plasje over moet doen)
- mandaat en ruimte vanuit de organisatie om tijd te investeren;
- een businesscase is ontwikkeld om de wethouders van de gemeenten mee te krijgen en ook financiering voor de inzet van jeugdhulp in de klassen rond te krijgen;
- er op verschillende niveaus werkgroepen zijn ingericht (bestuur, organisatie, gesprekken op werkvloer, incidentenaanpak en last but not least kennisdelingsbijeenkomsten tussen onderwijs en zorg professionals)
- monitor is ontwikkeld om de resultaten te volgen. Ook is het belangrijk om gaande weg bij te sturen.
Eigenlijk is integraal arrangeren een brug die je bouwt terwijl je eroverheen loopt. Soms kom je erachter dan een bepaalde pijler onder de brug versteviging behoeft. In het geval van Parkstad ging dat om samenwerking. Daarover is dan ook een addendum bij het plan geschreven. Ook bleek bij in de eerste week van de startklassen dat het (leerlingen)vervoer een knelpunt was. Ook dat is inmiddels opgelost en is ruimte gemaakt voor maatwerkoplossingen voor kinderen/gezinnen die dit nodig hadden.
Met name de kennisdeling tussen onderwijs en zorg; het elkaar beter leren kennen, durven te vertrouwen op elkaars expertise, uitgaan van gelijkwaardigheid, niet op elkaars stoel gaan zitten is een belangrijk thema bij doorontwikkeling.
Vervolg / ontwikkelopdracht
- Op basis van het gesprek in werkgroep is het voorstel om een handreiking of brochure te maken waarin wordt toegelicht wat integraal arrangeren inhoudt, welke modellen er allemaal zijn (incl. collectieve arrangementen), welke tips en trucs er zijn voor het proces om er te komen, en worden 2 - 3 praktijkvoorbeelden beschreven. Wie wil hieraan meewerken?
- Welke vragen wil de werkgroep nog verder uitdiepen? Met name het aspect van verdere professionalisering ? De kennisdeling tussen onderwijs en zorg; het elkaar beter leren kennen, durven te vertrouwen op elkaars expertise, uitgaan van gelijkwaardigheid, niet op elkaars stoel gaan zitten is een belangrijk thema bij doorontwikkeling. Wie wil hier verder over mee denken?
Reageren kan hier.